Gun jezelf geluk!

Wat hebben een hoge mate van zelfwaardering en een veilige gehechtheid met elkaar gemeen? (deel 3)

Wat hebben een hoge mate van zelfwaardering en een veilige gehechtheid met elkaar gemeen? (deel 3)

14-02-2017

Na de experimenteerfase in de kleutertijd gaat het kind zich cognitief ontwikkelen. Het leert lezen, schrijven, rekenen. Het gedrag is gevormd. Als je kind vanaf 7 jaar ongewenst gedrag vertoont of veel negatieve aandacht zoekt, hebben wij al snel te maken met een onveilige gehechtheidsperiode uit de eerste en/of tweede fase (peutertijd). 

Een oorzaak kan zijn dat er te snel een broertje of zusje is bijgekomen in het gezin. Voor de ontwikkeling van het kind is het belangrijk, dat pas na 3 jaar contact gemaakt wordt met een nieuwe baby. De peuter is er dan rijp voor om te begrijpen dat de relatie met moeder verandert. De nieuwe baby gaat een symbiotische relatie aan met een gehechtheidsfiguur (meestal de moeder). Als het kind jonger is dan 3 jaar krijgt het problemen met het opnieuw hechten, want dat gebeurt vanuit het kind zelf. Ineens is de breuk van de symbiotische relatie een feit en heeft de peuter voldoende zelfvertrouwen nodig om zich opnieuw te hechten op een veilige manier aan zijn omgeving. Erg belangrijk dus voor de ontwikkeling van de oudste of oudere kinderen dat zij daar in hun ontwikkeling rijp voor zijn. Als de periode van opnieuw hechten door de peuter al in het gezin onveilig is, dan wordt het extra bekrachtigd door de komst van een broertje of zusje. In dat geval maakt leeftijd niet uit, want er is al sprake van onveilige gehechtheid. Het wordt alleen extra bevestigd. Zo rond het zesde levensjaar gaat het kind zich dan afzetten tegen zijn omgeving en op negatieve wijze aandacht vragen. Want straf krijgen is beter dan genegeerd worden. Op deze wijze worden zij beloond in het negatieve aandacht vragen of ongewenst gedrag vertonen. Extra leuk om gedurende de pubertijd eens extra af te zetten tegen de ouderlijke macht. 

Bij ongewenst gedrag of negatief aandacht zoeken na het zevende levensjaar, kan ook de verwerking zijn voor de onveilige gehechtheid buiten het gezin om. Bijvoorbeeld opgelopen in de kindercrèche of peuterspeelzaal. Onveilige gehechtheid hoeft niet thuis te gebeuren, maar daar waar gehechtheidsfiguren aanwezig zijn, dus bemoeien met de opvoeding. Dat gebeurt in de crèche, bij de opvang en op de basisschool of zelfs bij opa en oma. In ieder geval is de periode van hechting onveilig verlopen. Het kind gaat rebelleren of trekt zich terug. Een zwaarder verzet is het vermijden van contact of emoties. De vorm van bekrachtigingen kunnen straffend geweest zijn, negerend of juist over beschermend. In ieder geval niet veilig voor het kind. Gelukkig kun je in deze periode veel herstellen in de relatie. Het cognitieve emotionele kind gaat pas na het zesde levensjaar begrijpen wat gedrag inhoud en is met veel geduld en aandacht om te zetten naar acceptatie. 

Je ziet nu ook, dat er ouders zijn die hun kind onderbrengen bij een kindertherapeute. Eigenlijk richt de therapeute zich op de innerlijke kracht en wijsheid welke aanwezig is in het kind zelf. Ouders kunnen zich dat ook aanleren, eigenlijk moeten ze dat ook doen, anders wordt het kind steeds teruggeworpen in de schoot van onveiligheid thuis. Als ouders hun bekrachtigingen veranderen in ondersteunend en voor het kind begrijpelijke taal, zal er na een periode een verandering optreden in het ongewenste gedrag van het kind. Het kind zal zich beter in haar vel voelen zitten en is in staat de emoties zelf te kunnen reguleren. Alleen al doordat de ouders (de gehechtheidsfiguren) een andere wijze van opvoeden hanteren. 

Helaas zien de meeste ouders niet, dat de kern bij hen zelf ligt als het kind onveilig gehecht is geraakt. Daarom zie je kinderen worstelen, want het gedrag wat ze laten zien is voor de kinderen zelf ook een probleem, zelfs een gigantische worsteling. Ouders doen er goed aan hun opvoedstijl te veranderen en het kind meer opties te bieden, alvorens de pubertijd begint. Doen ze dit niet en gaan ze stug door, dan zullen de pubers nog vervelender worden als zij op de middelbare school zitten en misschien wel nog voor zichzelf vernietigende ervaringen opdoen (blowen, drugs, alcohol, weglopen, suïcide, crimineel, antisociaal, etc.).

 

Het brein van een negenjarige is enorm aan het veranderen. De prefrontale cortex begint zich te ontwikkelen, echter zal pas ongeveer rond het 16e levensjaar voldoende ontwikkeling hebben om te ervaren wat de consequenties zijn bij handelen of gedragingen. Daarnaast krijgt de amygdala (amandelkern in het limbisch systeem en verantwoordelijk voor o.a. de emoties) een volwassen volume. Het betekent, dat kinderen van rond de 9 jaar extra gevoelig zijn voor angsten (dood, monsters) en boosheid. Ouders doen er goed aan niet voor een scheiding te kiezen in deze periode (8-11 jaar). Ook een sterfgeval van een geliefde kan problemen opleveren. In deze periode is het van groot belang, dat het gedrag wat het kind laat zien en de emoties die het voelt serieus genomen dienen te worden. Veel praten met en luisteren naar je kind is van groot belang. Alleen niet praten alsof het kind onzin vertelt of zeg nooit, dat monsters niet bestaan, dan neem jij je kind niet serieus. Ga met je kind in de belevenis van het kind mee en onderzoek naar de innerlijke kracht om het monster te verslaan of om de angst te overwinnen. Daar is moed bij nodig, echter niet de zogenaamde veiligheid gegeven door de ouders (welke het kind niet serieus nemen). Vanuit het kind dient het te worden opgelost. Bij een sterfgeval dien je het kind als volwassene te behandelen. Maak niet de fout om je kind weg te houden van de pijn en het verdriet van afscheid nemen.

Een cliënt van mij heeft dat letterlijk ervaren en op 50 jarige leeftijd 
pas gerealiseerd hoe heftig het is geweest in zijn leven, doordat de
familie hem op tien jarige leeftijd weghield bij de dood van zijn vader.
Jarenlang heeft hij afgevraagd wat er toen gebeurd was en niemand gaf hem
de antwoorden die hij nodig had. Een lijdensweg was het gevolg. 

In mijn eigen leven heb ik ook een ervaring welke mij nog steeds achtervolgt. Op elfjarige leeftijd is een pater buiten zijn boekje gegaan. De verwarring was erg groot en heeft mijn pubertijd en verdere leven tot mijn vijftigste, letterlijk veel verwarring opgeleverd. Na mijn studie psychologie op latere leeftijd, heb ik ontdekt wat mij het meeste stoorde. Mijn ouders zwegen erover en herinneringen kon ik niet delen. Wat er gebeurd was met de pater en hoe mijn ouders daar werk van gemaakt hadden (hebben ze mij ooit medegedeeld) heb ik nooit vernomen. Pas toen de commissie Deetman enkele jaren geleden slachtoffers opriep te reageren trok ik mijn stoute schoenen aan en meldde het vergrijp. Wat daarna gebeurde deed mij beseffen, dat ik spijt had mij te melden. De enige getuigen waren mijn ouders geweest en die lieten nu letterlijk verstek gaan. Ze lieten mij veertig jaar later nog in de steek, waarschijnlijk omdat zij niets hadden ondernomen, terwijl ik altijd hoorde dat er iets was ondernomen. Daar zit je dan bij de commissie in de rechtbank met je advocaat, zonder getuigen naast de bewuste pater. Hij was inmiddels 82 jaar geworden en wist natuurlijk van niets. Hij kende mij niet eens. Al mijn herinneringen werden letterlijk als gestoord afgedaan. Er kwamen geen sancties. En dan na de vrijspraak krijg ik nog een brief van de bewuste pater. Dat hij enigszins spijt had van zijn gedrag toentertijd. Er was toch iets waar in mijn verhaal, anders stuur ja na de vrijspraak geen briefje. Je krijgt vervolgens op deaze manier weer een trap na. Mijn leven is een enorme puinhoop geweest doordat ik veel dingen niet begreep waar de oorsprong lag in die bewuste periode, waarin mijn amygdala volwassen werd en mijn prefrontale cortex enigszins leeg was. Mijn ouders lieten mij wederom in de steek en toch kan ik ze de zorg voor hen niet uit mijn systeem halen. Heb ik ze vergeven? Neen, dat niet. Ik heb nog steeds puzzelstukjes te zoeken, maar mijn ouders hebben ongetwijfeld een rede gehad, waarom zij het erbij gelaten hadden en op latere leeftijd het er weer bij gelaten hadden. Het heeft in ieder geval te maken met hun eigen angsten. Mijn moeder was 6 jaar toen de oorlog uitbrak. Om haar heen vielen de bommen en het gezin van mijn moeder leefde zonder vader (op zee). Elf was ze toen de oorlog voorbij was. Ze heeft de hongerwinter moeten overleven en hun woning was nog de enige die in Rotterdam overeind stond. Ergens ligt daar de oorsprong van haar gedrag om later haar kinderen in bescherming te nemen en het niet aan te kunnen als zij er zelf achter kwam, dat haar bescherming niet voldoende bleek te zijn. Schuldgevoel of schaamte spelen ook nog een rol. 

Mijn limbisch systeem heeft over uren gemaakt en flarden van hetgeen gebeurd was bleef hangen in mijn hippocampus (korte termijn geheugen). Trauma’s opgedaan in de leeftijd vanaf 8 jaar tot zo’n 12 jaar blijken een enorme impact te hebben. Een scheiding van je ouders is voor het kind vaak ook een traumatische gebeurtenis. Door er open en volwassen over te praten met je kind voorkom je veel verwarring over wie het kind zelf is. Een kind wat opgroeit in veiligheid en waar het zelfvertrouwen is ontwikkeld, kan veel meer gebeurtenissen plaatsen en begrijpen. Vaak blijft het verworven zelfbeeld levenslang aanwezig en kan positief dienstdoen bij vervelende ervaringen. Gelukkig is er EMDR om veel trauma’s uit die tijd te verwerken en een plaatje te geven. Vergeten zal je het echter nooit.

Iedere ervaring vanaf 8-12 jaar is dus relevant over hoe het kind de pubertijd ingaat. Vandaar dat deze periode het startsein is voor een ander deel uit de formule van zelfwaardering. De eerste 6 jaar staat voor het ontwikkelen van zelfvertrouwen en het deel na die periode is het startschot om te leren om te gaan met het respect deel van zelfwaardering

 

Pre pubertijd

Ouders doen er goed aan hun opvoedingsstijl in deze periode te wijzigen. In ieder geval hun kind geheel anders te benaderen. De pubertijd staat voor de derde gehechtheidsperiode en deze wordt al voor iedere deelnemer (kind en ouders) heftig. Nogmaals het kind bepaald zelf wat voor hem of haar veilig is en niet veilig is, daar kan een volwassene nooit uitspraak over doen. In de fase van hechting ontstaat eerst een onthechting vanuit het kind zelf. Een voorbeeld uit het verleden is het einde van de symbiotische relatie met moeder na 9 maanden (als het lange termijn geheugen, de cortex, zich gaat ontwikkelen) en de dreumes beseft dat het een zelfstandig mensje is (vandaar dat de eenkennigheidsperiode zo’n belangrijke fase van onthechting is). De peuter gaat zich opnieuw hechten aan gehechtheidsfiguren en op deze wijze ontstaat het verzet om zichzelf te beschermen. Dat kan terugtrekken zijn, vermijden of zelfs rebelleren. In ieder geval is het een overlevingsmechanisme om zich te verdedigen. 

Op school zie je vanaf groep 6 kinderen zich te onderscheiden in wie ze zijn en welke kwaliteiten ze hebben. Vriendjes en vriendinnetjes zijn belangrijk en er ontstaan groepjes in de klas. Ieder kind is uniek, dus al die ingrediënten die bij uniek horen komen geheel tot uiting. Groepsleerkrachten dienen eigenlijk vanaf groep 6 bewust bezig te zijn met het bespreken van verschillen. als je iedere week even een uurtje uittrekt om kinderen de verschillen zelf te laten benoemen en te ervaren wat het verschil in het kind nu zo aantrekkelijk maakt, krijgen de kinderen inzicht in positief om te gaan met de verschillen, zonder dat daar over gepest hoeft te worden. Helaas gebeurt dit vaak niet op de basisschool. Kinderen nemen de verschillen mee naar huis en daar gaan ouders weer over oordelen. Voordat je het weet kopieert je kind de uitspraken van de ouders.

De pubertijd is de derde fase, waarin de puber zich onthecht aan de wijze van opvoeden door de gehechtheidsfiguren (ouders) en zichzelf beschermt. De “anti” periode is gestart. Hoe meer de puber zich afzet tegen oude spelregels in de opvoeding, des te veiliger wordt het voor de puber zelf. De pre pubertijd is daar de inleiding voor: onthechten aan de opvoeders en een nieuwe alliantie aangaan. Afhankelijk hoe ouders reageren kiezen ze voor hun verdere ontwikkeling. Of ze gaan geheel in het verzet en zoeken bescherming bij vrienden of ze investeren in het oprekken van grenzen samen met hun ouders. 

In ieder geval is deze periode er eentje van totale loyaliteit naar de ouders toe. Zeker voor een veilig gehecht kind is deze periode het begin om te ervaren wat respect is. Ouders doen er dus goed aan, hun opvoedingsstijl aan te passen. Luister naar je kind en verander je communicatie. Je krijgt ineens te maken met een strijd over gevoelens van vertrouwen. Voortdurend worden je adviezen genegeerd en grenzen overschreden. Dat moet ook, want je kind heeft te ervaren hoe respect opgebouwd wordt. Niet alleen het zelfrespect, maar ook het respect naar anderen en zelfs het respect voor de wereld. 

Mijn dochter van 9 jaar krijgt ineens door dat aansluiting bij anderen belangrijk voor haar is. Helaas zitten er kinderen wiens ouders andere opvoedingsstijlen erop nahouden. Daar wordt je dan mee geconfronteerd. Vaak staan deze stijlen haaks op die van jou. Verbieden heeft geen zin, dan leert je kind geen onderscheid te maken of te ervaren wat het zit tussen de verschillen. Het is nu de tijd om consequenties te ervaren van gedrag, dus heeft je kind letterlijk te onderzoeken wat de verschillen zijn. Ineens zijn rages van groot belang voor je kind. Volg het de rage? Als ouder kun je ineens overvallen worden met een video op YouTube van Dylan Haegens; zij wil hem volgen. Kun jij je voorstellen, je dochter wordt overgeleverd aan de uitdagingen van een 24 jarige volwassen knul die zich uitslooft om zoveel mogelijk bekendheid te krijgen. Dagelijks keek ze naar zijn video’s, want ze moest wel bij blijven, anders waren klasgenootjes sneller. Het werd bijna een verslaving. We hebben moeten ingrijpen, alleen hoe doe je dat nu? 

Wat helpt er en wat niet? 

Verbieden in ieder geval niet. We hadden als ouders een time out gevraagd. Na urenlange discussies en ruzies vroegen we haar wat ze nog graag wilde hebben om haar af te leiden. Ineens kwam er weer een nieuwe rage om de hoek kijken: de Sims. Na onderzoek gingen wij akkoord en hebben wel gevraagd drie maanden niet meer naar Dylan te kijken. Zo slim ze is, keek ze thuis niet meer, maar het viel ons op, dat ze vaker naar vriendinnetjes ging spelen. In ieder geval hadden wij thuis geen last meer van een zombie als Dylan Haegens. De rust was wedergekeerd en na de drie maanden wilde ze slechts 1 keer per week even kijken naar zijn nieuwste filmpje. Gelukkig na de Sims kwam er weer een nieuwe rage. Nee he, dat wilden we ook niet, maar we hebben ons meisje leren kennen. De rages stoppen snel (meestal binnen twee maanden). We gingen als ouders betere afspraken maken. Hebben zelfs in de ontdekkingsfase ook het verbod gelanceerd om te kijken hoe zij daarop zou reageren (dus als straf). Wij merkten dat bij volledig verbod juist het contact met onze dochter slechter werd. Het vertrouwen in elkaar werd juist door dit verbod op de proef gesteld. Jammer, want dan krijg je ongewenste en ongelijke strijd, die je als ouder altijd gaat verliezen, omdat zij de meeste tijd elders doorbrengt. Verder doen ouders er goed aan zich te onthouden van veroordelingen. Ook als het gaat over andere kinderen. Dit is het moeilijkste, omdat wij als Nederlanders altijd wat over een ander te zeggen willen hebben (kritisch zijn). Voordat je het weet kopiëren de kinderen het gedrag van de ouders en is dat vaak de rede bij oproer op scholen. Onderhuids gaan be- en veroordelingen door hun eigen kinderen overgenomen worden, zonder dat kinderen het zelf door hebben wat het vervolg of de consequentie van hun gedrag of uitspraak is. Want kinderen van de basisschool hebben nog geen volledig actieve prefrontale cortex. 

Juist in de pre pubertijd is het van groot belang dat je respect toont voor je kind zijn of haar ideeën, wensen en mogelijkheden. Je kunt contact hebben met je kind door geïnteresseerd te zijn zonder haar keuzes af te breken. Mocht je problemen hebben met een activiteit van  je dochter, dan doe je er goed aan hierover van gedachten te wisselen. De kunst is haar zover te krijgen, dat ze zelf kan gaan oordelen. Uiteraard hoef je niet alles goed te vinden, maar leg dit dan ook op volwassen manier uit. Laat desnoods artikelen zien welke gaan over het probleem wat jij als ouder ervaart. Maak je kind zelfbewust, maar laat ze zelf anders mogen denken. Dan wordt de pubertijd een stuk gemakkelijker. Het belangrijkste is dat je in de pubertijd weer anders omgaat met je opvoedingsstijl en communicatie dan je gewend was. Houdt het vertrouwen levend en leer je kind respectvol om te gaan met eigen wensen en die van een ander. In ieder geval moet je kind grenzen overtreden om te ervaren wat consequenties zijn, dus wees er niet bang voor als ouder, maar houdt contact en praat veel op volwassen niveau. 

Wat maakt nu, dat het respect pas te leren is na je negende jaar? Als je een veilig gehecht kind hebt is het een stuk gemakkelijker om je kind om te leren gaan met de consequenties van gedragingen. Je kind experimenteert vanuit zichzelf en lost ook vaak zaken zelf op. Je kunt dit merken aan opmerkingen als: “ik heb nu toch iets stoms gedaan….” (Eerlijke bekenning). De groei van de prefrontale cortex is namelijk belangrijk om consequenties te verbinden aan gedragingen en inzicht te krijgen in vooruitdenken. Iedere puber heeft moeite met structuur en plannen aan te brengen in zijn of haar leventje. Met andere woorden: het overzicht te hebben wat nu het resultaat is van handelen. Aan de hand van de ervaringen kunnen pubers hun grenzen leren kennen en verantwoordelijk keuzes maken. 

Is je kind niet veilig gehecht, dan wordt alles een ander verhaal. Je kind reageert alleen maar vanuit het verdedigingsprincipe en ziet overal bedreigingen. Het kind leert zelfstandig te zijn door nieuwe ervaringen aan te pakken en letterlijk te voelen hoe iets afloopt. Inzicht in het vervolg of in de consequenties krijgt het kind niet snel, dus waarom zal het dan respect hebben voor eigen gedrag en die van een ander? In deel 4 van dit artikel ga ik specifieker in op de derde gehechtheidsfase en wat het te maken heeft met het respect deel van de zelfwaardering

Al mijn wijsheid heb ik opgedaan door jarenlange studie, onderzoek en eigen ervaringen. Eigenlijk zijn het kleine anekdotes die ik gebruik om mijn verhaal over het verband tussen zelfwaardering en gehechtheid kracht bij te zetten. De waarheid is nog intenser en ingewikkelder, want niet ieder ontwikkelingsproces loopt zoals bij anderen het geval is. Dat heeft te maken met je specifieke kwaliteiten als ouder in de relatie tot je kind, of in de gehechtheid tussen ouder en kind. Tegenwoordig is de gehechtheidstheorie nog moeilijker vast te stellen, vanwege de uitbesteding van jonge kinderen aan kindercrèches en peuterspeelzalen, gastouders en familieleden. Het onderwijs krijgt ook nog een staartje in de filosofie van Bowlby. Groepsleerkrachten hebben vaak een nog belangrijkere voorbeeldfunctie waaruit geput wordt dan de ouders. Stel dat jij je kind veilig opvoedt, wil dat nog niet zeggen, dat het kind in de klas het juiste voorbeeld in veiligheid onderwezen krijgt. Eigenlijk is het nog beroerder als de groepsleerkracht zelf een lage mate van zelfwaardering heeft en dit niet onderkend. Het kind krijgt dan met onveiligheid te maken op school en eer dat ouders dit door hebben kun je al problemen verwachten in de verdere ontwikkeling van veiligheid. 

Basisonderwijs doet er goed aan de tien minuten gesprekken te veranderen in minimaal 1 uur gesprekken om af te stemmen hoe het kind zich ontwikkeld thuis en op school. Alleen is daar geen tijd of geld voor beschikbaar. Ouders die alert zijn op de veiligheid van hun kind doen er goed aan regelmatig contact te hebben met de groepsleerkracht van hun kind en af te stemmen hoe het kind zich gedraagt op school. Of ouders ga zelf polshoogte nemen. 

Het schoolplein is niet voor jou om te socialiseren, maar om te bestuderen hoe je kind socialiseert. 

Zodat ouders in alle veiligheid hun kind weerbaar kunnen maken tegen pesten en andere zorgen. Pesten begint vaak in groep 6, terwijl het al twee jaar ervoor zichtbaar aanwezig is. Een pester heeft een onveilige hechting thuis en probeert anderen onderuit te halen en op deze wijze zichzelf nog een bestaansrecht te geven. Anderen die gepest worden zijn ook weer kinderen die thuis vaak onbewust niet veilig gehecht zijn geraakt, waardoor ze een slachtoffer worden van de andere onveilig gehechte kind. 

Veilig gehechte kinderen lijden ook aan het gepest worden, echter durven het bespreekbaar te maken en zoeken gericht andere oplossingen het gepest te stoppen. Zij zullen ook geen meelopers zijn en weten zich voldoende te uitten. Zij hebben vaak voldoende zelfvertrouwen verworven om het gepest ter discussie te stellen. Dus scholen doen er goed aan bij het pestprotocol te kijken naar hoe veilig kinderen gehecht zijn en de onveilige gehechte kinderen (pester, meelopers en gepeste) te ondersteunen in het zoeken naar eigen veiligheid. Geef de kinderen voldoende aandacht om hun zelfvertrouwen een boost te geven en de problemen zullen afnemen, alhoewel als ouders gewoon doorgaan met onveilig te zijn voor hun kind is het moeilijk voor het kind het te leren. 

Het accent van de hulpverlening komt dus te liggen bij ouders, opvoeders, pedagogische medewerkers (kinderopvang, crèches, gastouders) en groepsleerkrachten. Door hen inzicht te geven kunnen wij patronen in opvoeding doorbreken en onze kinderen uiteindelijk een hoge mate van zelfwaardering garanderen. Want die garantie krijg je als je kind veilig gehecht is. 

 

In het vierde deel vertel ik verder over de ontwikkeling van respect gedurende de derde gehechtheidsfase. 

VLCounseling

Calèche 20
5146 BG Waalwijk
Noord Brabant
Mobiel: 06 10266 452
E-mail: info@vlcounseling.nl

Kijk ook op: www.ruudvanlent.nl

youtube-vl-counseling linked-in-ruud-van-lent facebook-vlcounseling
Website developed and hosted by: Creativedevelopment.nl